Frederic, mijn sterke bijzitter
Mijn (voorlopig) laatste stuk, maar absoluut niet het minste gaat over Frederic, mijn man. Een pracht van een man… Op dat vlak ben ik met mijn gat in de boter gevallen. De laatste twee jaar zijn we praktisch continue in elkaars buurt geweest en het doet me deugd te schrijven dat hij me helemaal nog niet beu is. Voor de lezer die het niet zo heeft voor melige dingen, stop met lezen, want voor je het weet zit je in het beste geval geërgerd en in het slechtste geval kotsend voor je computer. Ik kan er nu eenmaal niet omheen want Frederic werd willens nillens meegesleurd in heel het kankertraject waar hij overigens schitterend mee om gaat.
Bij het prille begin profileerde hij zich al als beste bijzitter ter wereld. Op het moment dat we via telefoon het slechte nieuws kregen dat er een aankleuring gevonden was op de MRI stond hij bij mij. Ik trok mijn schoenen aan om weg te gaan terwijl mijn telefoon ging in de keuken, hij liep er mee naar mij en bleef staan. Heel vreemd waarom hij net nu bleef staan en niet bij andere telefoontjes, alsof hij het aanvoelde. Of nee, wacht, hij zag op het schermpje van mijn telefoon dat het de gynaecoloog was (superkracht doorprikt ;-)). Pas toen ik volledig verontwaardigd ‘excuseer?!’ Tegen de gynaecoloog zei, was hij zichtbaar aangeslagen en kwam dichter.
Frederic ging overal mee naartoe, elke afspraak was hij er bij om te horen wat ik niet hoor. Om te vragen waar ik niet aan denk. En om op te komen voor mij en voor hem als partner. En hij blijft het voor mij opnemen: ik verdien mooie borsten (en hij natuurlijk ook ;-)) en iedereen zal het geweten hebben, zeker de plastisch chirurg.
Toch moest Frederic ook heel vaak gewoon toekijken zonder iets te kunnen doen. Een lotgenote die zelf al eens ‘partner van een zieke' was beschreef het mooi met de woorden: je voelt je ongelooflijk machteloos. Dat gaf me inzicht. En nog steeds voelt Frederic zich machteloos als ik in een emotionele put zit of fysieke ongemakken heb door de chemo of de antihormonale therapie. Toch biedt hij me steeds ook een houvast. Een emotionele houvast, veel knuffels, af en toe eens ruzie en regelmatig eens zot doen.
Ik heb hem wel steeds beschermd in heel het proces. Niet door dingen te verzwijgen of te verbloemen, wel door alles goed te plannen (haja, daar ben ik goed in). Ik zorgde dat er een lijstje met telefoonnummers hing van mogelijke oppassen. Ik zorgde dat er thuishulp en thuisverpleging was. Ik zorgde dat hij bij me op de kamer kon blijven in het ziekenhuis waar we veel te lang zaten (geen evidentie tijdens corona remember). Ik zorgde dat hij er even tussenuit kon of met iemand kon praten als hij het moeilijk had. Ik zorgde voor een kinderoppas tijdens mijn ziekenhuisopnames. Ik zorgde voor eten zodat hij gezond kon blijven. Ik zorgde voor grapjes en zelfspot in de moeilijkste dagen. Maar hij zorgde voor een ongelooflijke houvast bij mij en ruimte om ziek te zijn en te herstellen.
Toen ik net geopereerd was en alles altijd maar de slechtere kant op ging, kreeg ik veel bloemen en kaartjes. Koeriers bleven maar stoppen en aanbellen aan de deur, Frederic bleef maar deuren openen om bloemen voor mij in ontvangst te nemen. En bij elke bloem kwam hij met een grotere lach mijn richting uit. Tot hij zelfs de slappe lach kreeg als ik weer eens dood gegêneerd (bij wijze van spreken) de zoveelste bloem in ontvangst nam en zei “ik heb geen vazen meer”.
Tot er op een dag een bloem werd geleverd (daar gaan we weer) met daarbij een verrassing voor Frederic. In de doos een heerlijke fles champagne. Die hebben we smakelijk opgedronken op een avond samen in bad als de kindjes in bed lagen. Dat cadeau heeft hem enorm deugd gedaan. En daar gaat het om. Als bijzitter is het enorm zwaar, maar vaak gaat alle aandacht naar de zieke en niet per se naar die bijzitter. Gelukkig hebben we enkele vrienden en familie die wel degelijk tijd en aandacht aan Frederic besteden. Hij leerde zelf ook aangeven dat het soms moeilijk gaat en hij nood heeft aan een gesprek of wandeling. Zo kon hij enorm genieten van de winterse, ijskoude wandelingen met zijn beste vriend Daan die speciaal van Mechelen naar Kortrijk reed.
En veel mensen bieden spontaan hulp of een luisterend oor, soms van de meest onverwachte kanten. Zo kon hij op een zondagochtend in februari, heel onverwacht, met de kinderen terecht bij een klant die niet zo ver woont en ook drie kindjes heeft. Lot zei bij aankomst: “Je moet even niet naar de kinderen kijken, mijn kinderen zullen er wel voor zorgen, zet je en geniet van de zon”. En het deed hem ongelofelijk deugd. Dat zijn zo van die kleine dingen die je tegemoet komen net op het moment dat je ze het meeste nodig hebt. Want ook voor hem was het zwaarste aspect aan heel het verhaal, het feit dat we nog drie kleine kinderen moeten opvoeden en bezig houden.
Hoewel de liefde tussen ons alleen maar groeit, verloopt in onze relatie ook heel wat moeilijk. Zoals seksualiteit. Het zou niet mogen op onze leeftijd en het maakt alles moeilijker. Sommige momenten lopen we continu op de tippen van onze tenen. Maar ook daar vinden we onze weg door veel tijd voor elkaar te maken en veel te praten. Wat dan soms ook helemaal niet lukt, want niet alleen ik ben oververmoeid en heb niet veel draagkracht, ook Frederic lijkt af en toe wat van die chemotherapie binnen gehad te hebben. Dat maakt dat we vaker een babysit vragen en weg gaan, want alleen zo kan onze draagkracht terug groeien. En nee, we gaan niet meer zomaar iets eten, we gaan kajakken of een hindernissenparcours lopen of een cocktailbar onveilig maken. En dat is iets dat mag blijven! Zo eenvoudig is het, samen leuke dingen doen.
Dit is misschien mijn laatste tekst, maar het is nog niet gedaan voor mij. Ik probeerde inzicht te geven in wat een diagnose en behandeling met mij en wellicht vele anderen doet. Ik probeerde te sensibiliseren (je bent echt niet te jong om je borsten te controleren). En ik probeerde het voorbije jaar van me af te schrijven. Ik denk en hoop dat dit wel gelukt is. Maar er is voor mij nog een lange weg te gaan. Het lijkt wat negatief van me en zo denk ik er soms ook wel over als zijnde: het is te veel om te verwerken, hoe moet ik nu verder of ik heb geen energie en nergens zin in. Maar met die ‘lange weg’ bedoel ik ook dat ik nog heel lang wil leven en genieten en doen wat ik graag doe, zijn wie ik graag ben. Dus ik duim, onderneem, rust en ga stap voor stap vooruit. Bedankt om mee te lezen en mee te leven. Het deed en doet me enorm deugd om te horen dat je er iets aan hebt en apprecieert wat ik schrijf en deel met jou. Ook dat doet me groeien.